Waarom viert de Zaanstreek 3e Pinksterdag?
In de Zaanstreek werd er in de Tachtigjarige oorlog op Tweede Pinksterdag strijd geleverd tegen de Spanjaarden. Op derde pinksterdag wordt nog ieder jaar de bevrijding van de Spaanse bezetting gevierd: Pinkster Drie. Maar ook wordt Bokkiesdag gevierd.
Strijd tegen de Spanjaarden
In het voorjaar van 1574 verdreef de vloot van kapitein Kleinsorg de Spanjaarden die de Schans in Zaandam hadden bezet. De opstand was begonnen in 1572. Onder leiding van Diederik de Sonoy, voormalig burgemeester van Enkhuizen en Gouverneur van Noord-Holland, werd strijd geleverd tegen de Spanjaarden. Zaandam vormde een strategisch punt door de sluizen en de dam en moest heroverd worden. Op eerste Pinksterdag lukt het een Nederlandse soldaat om een aantal Spanjaarden gevangen te nemen. Hij nam ze aan een touw mee naar Wormer.
Op Tweede Pinksterdag werd het Spaanse leger definitief verdreven uit Purmerend. De strijd was niet zonder slag of stoot geleverd en er vielen veel doden. Van de 3000 Spaanse soldaten die gestuurd waren om te vechten in de Zaanstreek, overleefden omstreeks zeventig Spanjaarden de gevechten. De mannen die het overleefd hadden vluchtten naar Amsterdam en lieten de Zaanstreek achter. Dat was op Tweede Pinksterdag. De dag erna was het groot feest. Het land ten oosten van de Zaan kwam door de overwinning van de strijders uit het Zaangebied, niet onder overheersing van de Spaanse strijders.
Het boekje: 'Waarom viert de Zaanstreek derde Pinksterdag' is rechtstreeks te koop bij Drukkerij Heijnis & Schipper te Zaandijk. U kunt dit rechtstreeks bij hen bestellende kosten zijn € 3,95.
Pinkster Drie of Bokkiesdag
Foto: Nationaal archief. Fotocollectie Anefo
Ook is het de dag dat Bokkiesdag wordt gevierd. Van oudsher werden op die dag de bokjes verhandeld. Onder andere in de Zaanstreek en Purmerend werd hier aandacht aan besteed. Veel mensen in Noord-Holland trokken op 3e pinksterdag naar Purmerend om een bokje te kopen. Om de nieuwe aanwinst te vieren, was het vervolgens feest in de plaatselijke kroeg. Er is een jaarlijkse Bokkiestocht in de Zaanstreek. Honderden mensen gaan op die dag op de fiets van kroeg tot kroeg om het Bockbier te proeven. De tocht gaat van Zaandam naar Purmerend. De stoet loopt en fietst 15 kilometer door de polder. Het idee van een bok. Konijn of kip kopen is inmiddels verdwenen. De Purmerendse veemarkt is al enkele jaren verdwenen. Tegenwoordig wordt de Wielerronde van Krommenie gereden.
BRONNEN: - IsGeschiedenis.nl / - Meertens Instituut / - De Zuidkanter
Eigenlijke Pinkstergebruiken zijn er in de Zaanstreek nauwelijks geweest. Alleen de viering van Luilak, op de zaterdag vóór Pinksteren, is folkloristisch interessant. Van de luilakviering is echter weinig of niets overgebleven. Van oudsher gold dat de schoonmaak op Luilak beëindigd moest zijn. Met Pinksteren verscheen men dan zo mogelijk in nieuwe kleding. Het was daarbij gebruikelijk een tochtje te maken; een lange wandeling, maar het liefst een rit met een wagen.
Vandaar de vroegere zegswijze Met Kersttaid sop, met Paas een ai, met Pinkster op de wage. Voor dat ritje was vooral de Zaanse Pinksterdrie bestemd. Met uitzondering van Assendelft werd en wordt in de Zaandorpen namelijk een derde Pinksterdag gevierd.
In dit opmerkelijke verschijnsel staat de Zaanstreek overigens niet geheel alleen. In de 18e eeuw, mogelijk zelfs vroeger, bestond het gebruik om op Pinksterdrie de kermis in Krommenie te bezoeken. Omstreeks 1850 begon deze gewoonte te tanen. Hoewel de Krommenieër kermis, die aanvankelijk gepaard ging aan een markt van klein- en pluimvee, in de jaren '50 van de 20e eeuw is beëindigd, bleef het gebruik op derde Pinksterdag een bokkie te kopen.
Men ging daartoe naar de veemarkt in Purmerend. Met het bokkie kopen werd het nuttigen van een drankje bedoeld. Dit gebruik is nog niet uitgesleten, heel wat Zaankanters gaan op Pinksterdrie naar de markt in Purmerend. Ook bij het Heerenhuis bij 't Kalf, aan de dijk van de Wijde Wormer, was vroeger op Pinksterdrie enig vermaak, dat als de kermis van Jan Hol bekend stond.
Men reed er bij voorkeur met de wagen heen. Voor het maken van een rit werd door de minder draagkrachtigen gespaard. In de Westzijde van Zaandam was het geweldig druk door allerlei paarden-karren, waarmee men tegen betaling van het Mallegat naar de Dam en terug reed.